Met betrekking tot de gevolgen maken we onderscheid in 2 soorten inslagen.
– De indirecte blikseminslag
– De directe blikseminslag
Indirecte blikseminslag
Hierbij slaat de bliksem niet rechtstreeks in het object, maar in de omgeving. Bijvoorbeeld in een boom, in een ander gebouw of gewoon in de grond.
Bij elke inslag zal de bliksemstroom weg vloeien via de grond. Als in de grond leidingen liggen kan een deel van deze bliksemstroom rechtstreeks op de leidingen komen, die op hun beurt deze stroom geleiden naar het object. De grond heeft ook een bepaalde weerstand. Deze weerstand zorgt ervoor dat op de plaats van inslag, de grond in spanning enorm omhoog gaat. Er ontstaat rondom het inslagpunt een zogenaamde spanningstrechter. Als in deze spanningstrechter leidingen liggen, zullen deze leidingen de hoge spanning overnemen. Deze hoge spanning wordt via de leidingen vervoerd naar het object. We noemen dit spanningsversleping. Uiteindelijk ontstaat bij de aansluiting in het object op de binnenkomende leidingen (230V, telefoon, gas, water, ed) een zogenaamde overspanning van enkele tientallen tot honderden Kilovolts. Spanningen waar apparatuur/installaties, op z’n zachts gezegd, niet tegen kunnen.
Indirecte blikseminslag
Hierbij slaat de bliksem niet rechtstreeks in het object, maar in de omgeving. Bijvoorbeeld in een boom, in een ander gebouw of gewoon in de grond.
Bij elke inslag zal de bliksemstroom weg vloeien via de grond. Als in de grond leidingen liggen kan een deel van deze bliksemstroom rechtstreeks op de leidingen komen, die op hun beurt deze stroom geleiden naar het object. De grond heeft ook een bepaalde weerstand. Deze weerstand zorgt ervoor dat op de plaats van inslag, de grond in spanning enorm omhoog gaat. Er ontstaat rondom het inslagpunt een zogenaamde spanningstrechter. Als in deze spanningstrechter leidingen liggen, zullen deze leidingen de hoge spanning overnemen. Deze hoge spanning wordt via de leidingen vervoerd naar het object. We noemen dit spanningsversleping. Uiteindelijk ontstaat bij de aansluiting in het object op de binnenkomende leidingen (230V, telefoon, gas, water, ed) een zogenaamde overspanning van enkele tientallen tot honderden Kilovolts. Spanningen waar apparatuur/installaties, op z’n zachts gezegd, niet tegen kunnen.
Ten gevolge van de bliksemstroom ontstaat een magnetisch veld. Doordat de bliksemstroom in een zeer korte tijd (binnen 10 microseconden) z’n top waarde bereikt, is dit magnetisch veld erg groot. Als zich in dit magnetisch veld leidingen bevinden, worden inductiespanningen opgewekt in deze leidingen. Dit kan schade met name aan apparatuur te weeg brengen. De reikwijdte van het magnetisch veld kan tot 1 – 1,5 KM bedragen.
Principe van inductie.
Ten gevolge van de stroom ontstaat een magnetisch veld rondom deze stroom. Dit veld is afhankelijk van de stroomverandering. Hoe sneller de verandering hoe groter het magnetisch veld. Andersom geldt deze natuurwet ook. In een leiding die zich in een veranderd magnetisch veld bevindt, wordt een stroom opgewekt. Aan de uiteinden van deze leiding ontstaat de zogenaamde inductiespanning.
Vormt de leiding of het stelsel van leidingen een lus, dan kan deze inductiespanning zeer hoog oplopen. Meestal vormen de aansluitingen van apparatuur het ‘open einde’ van een lus van leidingstelsels (230V en datakabels). De hoge inductiespanning is dus aanwezig op de zwakste schakel in het circuit, namelijk de elektronica.
Een derde, meestal onderschat, verschijnsel is de zogenaamde wolk tot wolk ontlading. De inductie invloeden van zo’n ontlading is niet erg groot (afstand van ontlading en grond, minimaal 3 KM)
Echter doordat een onweerswolk een lading heeft, zal de grond een tegenlading hebben (influentie). Bij een ontlading tussen 2 wolken, veranderen de ladingen in deze wolken. Zo ook de ladingen in de grond. Er vinden dus ook lading verschuivingen in de grond plaats. Zeg maar onzichtbare bliksemontlading in de grond. Wel is waar langzamer dan een normale bliksemontlading en meer verspreid door de grond. Als er leidingen in de grond aanwezig zijn, zullen deze de lading overnemen, met alle gevolgen van dien. Juist leidingen tussen verschillende gebouwen zijn gevoelig voor dit verschijnsel.